Blog NAH

Van revalidatie naar avontuur

Ik kreeg het boek cadeau van een oud-collega toen ik net met mijn revalidatietraject begon. Het Zoutpad van Raynor Winn. Over alles verliezen en besluiten te gaan wandelen. Lezen was toen nog een opgave, maar door telkens een paar bladzijden te lezen, lukte het me uiteindelijk om het boek uit te krijgen. Terwijl ik in de lange gang van Libra Leijpark aan het wachten was met dat boek op schoot, kwamen mensen van mijn leeftijd of ouder voorbij in een rolstoel of sleepten zij met één van hun voeten. Ook jonge kinderen die nooit hebben kunnen lopen. En of het nu door het boek kwam of door deze observatie, toen werd er ergens diep vanbinnen een zaadje geplant. Met de gedachte ‘gelukkig heb ik geen uitvalsverschijnselen gehad’ besloot ik daar ter plekke: ik ga ooit een lange wandeltocht maken.

En zo liep ik afgelopen week het eerste gedeelte van het Pieterpad. Met rugzak en tent. Alleen. Mijn eerste soloreis. Dit jaar kwam het besef dat, nu werken niet meer lukt, ik ook de ruimte heb om te genieten van de vrijheid die ik wél heb.

Maanden vooraf aan mijn reis struinde ik Marktplaats af, bezocht ik outdoorwinkels als activiteit van de dag en las me in op het wereldwijde web. Edwin was zo lief om mij te brengen naar Pieterburen en samen liepen we de proloog. De volgende dag zwaaide hij me uit en daar ging ik. Met een veel te zware rugzak, want ja, die kerstverlichting om mijn tentje gezellig aan te kleden moest natuurlijk mee. En ja, die waterkoker ook, want ik leef op drinken van warm water. Na 10 kilometer besloot ik al mijn drinkwater weg te gooien, waardoor mijn rugzak meteen 1,6 kilo lichter was. Het was nat en koud onderweg, dus dat zorgde ervoor dat ik toch geen dorst had. En het Pieterpad is zo toeristisch dat er om de paar kilometer horeca is -op de meeste etappes. 

Ik vond het spannendste gedeelte het alleen slapen op een camping (vandaar die kerstverlichting). Ook maakte ik me zorgen of ik energie over zou hebben met andere wandelaars in gesprek te gaan. Thuis kost sociale interactie me nog steeds de meeste energie, ondanks het feit dat ik eigenlijk een sociaal dier ben. Wat blijkt nu? Die korte gesprekjes onderweg of tijdens het vullen van mijn waterkoker bij het toiletgebouw waren de hoogtepunten van de dag. Ik blijk een enorme O.H. te zijn. (De afkorting die mijn vader gebruikte voor een ouwehoer: iemand die veel kan lullen). 

Op de laatste dag liep een ervaren wandelaar een stukje met mij mee. Hij had al meerdere routes van Santiago de Compostela gelopen en vol bewondering vroeg ik hem het hemd van het lijf. Om hem bij te kunnen houden moest ik weliswaar in een soort van draf naast hem lopen, maar wat een geweldige interactie. Na een paar honderd meter hield ik het voor gezien en plofte neer op een bankje. Even mijn blaren en beknelde tenen verzorgen. En hoe zwaar die rugzak ook is en hoe zeer je voeten ook doen, ik heb ontdekt dat veerkracht misschien wel de belangrijkste eigenschap is die je kunt hebben. Want ook tijdens zo’n wandelweek gaan dingen anders dan gepland en zul je moeten schakelen, improviseren en nieuwe plannen moeten maken. Dat vraagt niet alleen om doorzettingsvermogen, maar ook om een creatieve brein dat flexibel meebeweegt. Gelukkig is dát precies iets waar ik niet op heb hoeven inleveren.